LET OP:  aan deze pagina wordt nog gewerkt. 

In deel 1 van ons artikelThermaalbaden in Hongarije en Budapest uit Most Magyarul! Hongarije magazine 71 (2015) gaf auteur Endre Abkarovits een kort geschiedenislesje over het ontstaan van de thermaalbaden in Hongarije en een overzicht van de begrippen op het gebied van baden en badderen in Hongarije. In onderstaand deel 2 bespreekt de auteur de badhuizen van Budapest en hun ontstaan.

Badhuizen in Budapest 

In vroegere eeuwen werden er boven de thermaalbronnen of er vlakbij badhuizen gebouwd, waar je je in vaten of kuipen kon baden, meestal in aparte hokjes of soms in overdekte bassins. In sommige gevallen zijn er nog delen van die vroegere inrichtingen bewaard gebleven, al zijn er vaak modernere zwembassins bijgebouwd. Dit kun je vooral goed zien in de kuurbadhuizen van Budapest, waar naast de oude manier van baden ook de nieuwere ontwikkelingen zijn te zien. De badcultuur van Budapest volgde in elk tijdperk natuurlijk de waan van de dag en daarom geven wij eerst een algemeen (historisch) overzicht. 

De kuurbaden van Budapest staan vooral aan de Buda-zijde van de stad, dichtbij de Donau. Maar het grootste bad, het Széchenyi, is juist in Pest gelegen. In vroeger tijden bestond het huidige Budapest uit drie plaatsen, Buda, Óbuda en Pest, die pas in 1873 werden samengevoegd. Met uitzondering van de eerste paar eeuwen en de tijd van de Turkse overheersing was Buda altijd de hoofdstad van Hongarije, terwijl Pest zich veel langzamer ontwikkelde. Uiteindelijk kon Pest - om geografische redenen - flink uitbreiden en zou Buda uiteindelijk in inwonertal inhalen.

Hoewel de baden in Buda een lange geschiedenis hebben, is het Széchenyibad in Pest van latere datum en was er voor het ontstaan van dit bad een boring naar drinkwater nodig. In de periode 1866-1878 was men op het Margit sziget (Margiteiland) en onder het huidige Hősök tere (Heldenplein) op zoek naar drinkwater, maar de zoektocht naar een artesische bron leverde in plaats daarvan warm thermaalwater op. (Bij een artesische bron komt het water op eigen kracht vanuit de diepte aan de oppervlakte.) Bij het Széchenyibad ligt de bron op 970 m., op het Margiteiland op 1200 m.)


Romeinse tijd

Verscheidene bronnen waren al bekend vóór de tijd dat de Hongaren zich in Hongarije vestigden. De Romeinen, die bekend stonden om hun badcultuur, bezetten in de eerste eeuw na Christus het westelijk van de Donau gelegen deel van het huidige Hongarije, dat zij als de provincie naam Pannonië inlijfden. Een van hun belangrijkste nederzettingen was Aquincum, gelegen op de rechteroever van de Donau in het huidige Budapest. Er waren toen meerdere publieke badhuizen, die echter na het verdwijnen van de Romeinen in vergetelheid raakten. Het eerste openbare Hongaarse badhuis werd aan het eind van de twaalfde eeuw in Esztergom gesticht door een van de Franse echtgenotes van Koning Béla III. Later werden er ook in Óbuda nog baden gesticht (ten noorden van het centrale deel van Buda, ongeveer op de plaats van het huidige Lukács-badhuis) en ook aan de zuidelijke voet van de Gellértberg, op de plek van het huidige Gellértbad, werden er in de dertiende eeuw al een kuurbad met kliniek gebouwd. In de tijd van de Hongaarse koning Zsigmond en het Duitse Heilig Roomse Rijk (1395-1437) werd Buda de koningszetel. Vanaf die tijd kwam er veel aandacht voor de bouw van badhuizen.

De Turkse baden

Tijdens de ongeveer 150-jarige bezetting van Hongarije door de Turken (1526-1687) bouwden de Turken 7 tot 9 badhuizen in Buda. Hun religie schreef voor dat zij zich voor het gebed dienden te reinigen, maar dat mocht alleen in of onder stromend water. Derhalve onderscheiden we twee badtypen bij hen: rijk versierde stoombaden die direct boven de bron werden gebouwd en de open of dichte baden met thermaalwater. Uit de Turkse tijd stammen het Rudasbad en het Királybad (Koningsbad), die in latere eeuwen nog met meerdere gebouwen werden uitgebreid. Ook een paar bassins van het Ráczbadhuis stammen uit die tijd.

 

Drinkkuren

Na de Turkse tijd raakten de baden in vergetelheid totdat ze in de negentiende eeuw weer in de mode kwamen. Maar al in de tijd van Maria Theresia, in de achttiende eeuw, ontdekte men dat het heilwater niet alleen geschikt was om in te baden, maar ook kon worden gebruikt voor drinkkuren. Ook nu nog vind je in of bij de kuurbaden tappunten waar je het water kunt proeven of zelfs tappen om in grotere hoeveelheden mee naar huis te nemen. (Ook elders in Hongarije bevinden zich dergelijke tappunten, voorbeelden hiervan zijn de fraai versierde kuurbrongebouwtjes in Balatonfüred en Eger).

Zelfs in de negentiende eeuw werd er nog geen onderscheid gemaakt tussen de begrippen badhuizen en kuurbaden en pas in de tweede helft van de twintigste eeuw werd het gebruikelijk om in woningen een badkamer in te richten. Maar in geïnstitutionaliseerde huisvesting voor bijvoorbeeld studenten (de zgn. kollégiumok) waren badkamers nog lange tijd geen gemeengoed: scholieren en studenten werden tweemaal per week naar het badhuis gestuurd. Vinden wij het vandaag de dag de normaalste zaak van de wereld dat elke woning op zijn minst één badkamer heeft, tot een halve eeuw geleden was dat absoluut niet zo!

We gaan hieronder alle badhuizen van Budapest langs.


Gellért fürdő

Het aan de Budazijde meest zuidelijk gelegen bad is het Gellértbad. Het staat aan de voet van de Gellértberg. Dit was tot nog niet zo heel lang geleden het duurste en meeste chique bad (Hierbij moeten we niet vergeten dat als sinds de Romeinse tijd badhuizen ook een sociale functie hadden en dure badhuizen vormden dan ook plekken waar de welgestelden en beroemdheden elkaar ontmoetten.) Het Gellért werd tussen 1917 en 1927 gebouwd op de plaats van het vroegere Sárosbad. Ook verrees er eveneens in Jugendstil het gelijknamige chique hotel Gellért. Evenals de meeste baden is ook het Gellértbad recentelijk grondig gerestaureerd.

Rudas fürdő

Iets noordelijker staat het Rudasbad. Dit bad stamt deels nog uit de Turkse tijd, maar in 1896 werd het uitgebreid met een zwemhal. Het bad stond tussen de rotsen van de Gellértberg en de Donau ingeklemd en was aanvankelijk alleen toegankelijk voor mannen. Later werden er ook dagen voor vrouwen ingesteld en weer later ook tijdstippen voor gemengd baden. Ook het zwembad mocht tot 1930 alleen afwisselend door mannen of vrouwen worden gebruikt. Vanaf 2005 werd de restauratie van dit bad dat in de oorlog danig was geschadigd, voortvarend ter hand genomen. Aan de zuidzijde van het badhuis bevindt zich een openluchtbassin, in het midden een zwembad (met water van 29 °) en aan de noordzijde bevindt zich het Turkse gedeelte. 

Rácz fürdő

Aan de andere kant van de Erzsébetbrug staat het Rácz-badhuis, dat eveneens stamt uit de Turkse tijd, maar waarvan het nu zichtbare exterieur in 1864-1865 ontworpen werd door de bekendste Hongaarse architect Milós Ybl. Het badhuis is in de vorige eeuw nog met diverse moderne gebouwen uitgebreid. Het bad is inmiddels gerestaureerd, maar vanwege economisch-juridische problemen al jarenlang gesloten.

Király fürdő

De naam Koningsbad is misleidend want deze heeft niets te maken met het koninkrijk. Vroeger was het bad eigendom van een Duitse familie met de naam König, van hun naam is de Hongaarse naam (Király fürdő) van het bad afgeleid! Ook dit bad heeft zijn wortels in de Turkse tijd. Dat is aan de buitenkant goed te zien, al ziet de voorgevel er behoorlijk vervallen uit. Het interieur van het Trukse bad is weliswar klein, maar je krijgt er een goed beeld van hoe de baden er in de Turkse tijd uitzagen. Het badhuis heeft geen eigen bron. Het hete water werd voorheen vanuit het Lukács-bad in dennenhouten leidingen aangevoerd. (Dennenhout is de enige houtsoort die niet alleen bestand is tegen water, maar er zelfs harder door wordt.)niet 

Szt. Lukács Gyógyfürdő és Uszoda

Nog iets noordelijker ligt de kuur- en zweminrichting Sint Lucas. Al sinds de twaalfde eeuw werden de bronnen in deze omgeving al gebruikt voor verschillend doeleinden, maar pas in de twintigste eeuw werd het een echt kuurbad. 

Het bad werd door veel beroemde personen gefrequenteerd, op marmeren plaquettes graveerden zij hun dankwoorden. Het Lukács heeft een aparte hal met drinkwatertappunt. Het openluchtbad is na 1999 omgetoverd in een zwemparadijs.

Császár fürdő en het Veli bej fürdője

Vlak naast het Lucasbad staat het Keizerbad (Császár fürdő) en daar weer naast het Bad van Veli bei. (Overigens is dit het mooiste Hongaarse bad uit de Turkse tijd en werd het in 1574-1575 gebouwd in opdracht van de pasja Mustafa

Vlak naast het Lucasbad staat het Keizerbad (Császár fürdő) en daar weer naast het Bad van Veli bei. (Overigens is dit het mooiste Hongaarse bad uit de Turkse tijd en werd het in 1574-1575 gebouwd in opdracht van de pasja Mustafa. De naam Bad van Veli bei is derhalve feitelijk niet correct.) Het Veli bei heeft het grootste Turkse bassin van Europa en het is prachtig gerestaureerd. Bijna het gehele bad is afgewerkt met marmer. Er hoeft hier geen chloor in het badwater want driemaal per dag ververst het volledige bad zich zelf met het water uit de thermaalbron. Onder een glazen vloer op de eerste verdieping is de originele waterleiding nog te zien. Het Bad van Veli bei wordt overigens ook wel beschouwd als een onderdeel van het Keizerbad, namelijk het stoombad. Hoewel er naast het grote bassin ook nog vier kleinere bassins zijn, kunnen er slechts tachtig bezoekers tegelijk een bad nemen.


Volgens de annalen waren er in de omgeving van het Keizerbad in de vijftiende eeuw 32 onoverdekte baden, waarin de boeren zich tot aan hun nek onderdompelden. De bronnen werden niet alleen gebruikt om in te baden, maar ook werden er door de waterkracht veel watermolens mee aangedreven. Na het verdrijven van de Turken kwam het bad in eigendom van de Habsburgers en vervolgens van de Orde van barmhartigheid die er zieken behandelde. In 1842 verrees het kuurgebouw met 100 kamers en 85 badkamers. In 1926 werd er naast het kuurcomplex een wedstrijdbad aangelegd, dat later overdekt werd. Tegenwoordig draagt het complex de naam Keizerbad & Béla Komjádi Sportbad. Na de omwenteling kreeg de Orde der barmhartigheid het Bad van Veli bei weer in bezit alsmede het bijbehorende hospitaalgebouw.


Széchenyi fürdő

Zoals hierboven al vermeld, het water voor het Széchenyibad werd in 1878 aangeboord bij een zoektocht naar een artesische bron voor dinkwater. (Eerder was dit ook gebeurd op het Margiteiland, zie kader). Het badgebouw stamt uit 1913 en is het grootste badcomplex van Budapest. In Brussel staat in het miniatuurpark Mini-Europa naast het Atomium de miniatuur van het Széchenyibad symbool voor Hongarije. Op het enorme terrein van het Széchenyibad liggen twee warmwaterbassins en een groot zwembad. Binnen in het gebouw bevinden zich talloze therapieruimten. Een gids vertelde ons dat slechts 10% van de gasten hier afkomstig is uit Hongarije. Begrijpelijk omdat het entréegeld voor dit bad nu niet bepaald is afgestemd op het modale inkomen van een Hongaar. Toch is het er het gehele jaar door druk, de baden zitten allemaal vol met buitenlanders die hier komen om te kuren of gewoon uit nieuwsgierigheid...

Dagálybad

Aan de Pestzijde van Budapest, dichtbij de Donau ligt het Thermaal- en zwemcomplex Dagály (ofwel Vloed), waar in 2017 het wereldkampioenschap zwemmen werd gehouden met de disciplines zwemmen, schoonspringen en waterpolo. Hiervoor werd een compleet nieuw zwembad gebouwd. (Overigens had Hongarije zich alleen aangemeld voor de organisatie van de WK van 2021, maar omdat de oorspronkelijke organisator van de WK van 2017, Mexico, zich had teruggetrokken, was Hongarije ook gastheer voor deze WK.)

Dandár

Behalve kuurbaden zijn er nog diverse andere openluchtbaden en badhuizen in Budapest, waaronder het Dandár-bad in Pest. Maar het is alleszins de moeite waard een bezoekje te brengen aan de hier beschreven baden, al is het maar om de fraaie architectuur en de historie ervan!

Als je niet zozeer op zoek bent naar een kuurbad en niet per se in Budapest hoeft te zijn, maar gewoon lekker wilt baden of genieten van thermaal water, dan kun je ook prima terecht in een van de vele thermaal baden in de rest van Hongarije (zie elders op deze site), waar het doorgaans minder druk is en in ieder geval goedkoper. Maar Budapest blijft natuurlijk een trekpleister en biedt behalve badplezier ook veel ander vertier, al blijft het uniek dat je in één stad zoveel kuurbaden kunt bezoeken. Niet zo vreemd dus, dat Budapest al in 1930 officieel beschikte over het predikaat 'badplaats'.

Geschreven door Endre Abkarovits

Foto's: auteur & David Nijenhuis

Thermaalbaden Hongarije

Op deze website vind je actuele informatie over Thermaalbaden en zwembaden in Hongarije